Fokkerij Europese Landschildpad

Koppelen

In de paartijd wordt de dagelijkse rust van de schildpad vaak ingekort. Bij de Europese landschildpadden valt de paartijd in de natuur vrijwel alleen in de maanden april, mei, augustus, september en een deel van oktober. In gevangenschap waarbij de omstandigheden soms gunstiger zijn dan in de natuur komen paringen vrijwel het hele jaar voor. In de paartijd kunnen de mannen zeer actief bezig zijn. De strijd tussen rivaliserende mannen kan soms zeer hoog oplopen.

Broed

Afhankelijk van de broedtemperatuur komen de eieren na 70 tot 100 dagen uit. In de eerste 6 weken van de broedtijd wordt het geslacht van het jonge schildpadje bepaald. Bij een broedtemperatuur van boven de 32°C gedurende minimaal 8 uur per dag ontstaan vrouwtjes. Bij een broedtemperatuur beneden de 30°C ontstaan mannetjes. Met deze wetenschap kan de verzorger dus zelf bepalen of hij mannetjes dan wel vrouwtjes wil krijgen, vooropgesteld dat de eieren bevrucht zijn en zich goed ontwikkelen.
In de natuur zijn zelfs enige dagen temperaturen van 40°C in legnesten gemeten, waarna de eieren toch normaal uitkwamen. na de zesde week is de broedtemperatuur vrijwel alleen van belang voor de broedduur. In de praktijk blijkt de broedduur bij 31°C ca. 70 dagen te bedragen. In de natuur is een broedduur van ca. 100 dagen normaal vanwege wisselende temperaturen.

Geboorte

De eieren van een schildpad worden in het vroege voorjaar of in het voorafgaande najaar bevrucht. Een vrouwtje kan zelfs vijf jaar na de laatste paring nog bevruchte en kiemkrachtige eieren voortbrengen! Een groot en gezond vrouwtje kan drie legsels per jaar produceren met een interval van 30 dagen.
Het is noodzakelijk het ei in de oorsponkelijke stand te laten liggen, zoals het is gelegd. De vrucht raakt anders bekneld tussen de dooier en de schaal, dit leidt tot de dood van het schildpadje in wording!!
In de dagen nadat het ei is uitgekomen heeft het pantser van de jonge dieren vaak een wat verfrommeld uiterlijk. Dit komt doordat het dier in het ei wat in de knel heeft gezeten. Na enkele dagen heeft zich dat echter herstelt.

Zorg voor de jongen

Pasgeboren schilpadden worden meteen aan hun lot overgelaten. Er is vrijwel geen zorg van moeder. Ze zoeken zelf hun weg. In de natuur worden vrijwel geen dieren onder de vijf jaar gevonden, omdat ze een verborgen leven leiden in bijvoorbeeld vochtige greppels. Jonge dieren worden zo minder makkelijk een prooi voor dieren als marters, vossen, ratten, kraaien, eksters en Vlaamse gaaien.