Schotse Hooglanders natuurlijk houden

18juli2007
Bron: wur.nl
Hans van Dijk is als boswachter verantwoordelijk voor beheer en begrazing van Nationaal Park Veluwezoom. Het park wordt beheerd door de Vereniging Naruurmonumenten. Hij is ook deeltijd student Bos- en Natuurbeheer bij Van Hall Larenstein (onderdeel van Wageningen UR) en heeft in die hoedanigheid een afstudeeronderzoek gedaan naar de leefomstandigheden van de kudde Schotse Hooglanders in zijn park.
Hij concludeert dat de kudde goed gedijt onder zo natuurlijk mogelijke leefomstandigheden. Bijvoeren in de winter is op lange termijn slecht voor de polulatie.
In 1982 startte Nederlands eerste en grootste bosbegrazingsproject met tien Schotse Hooglanders op 167 hectare in Nationaal Park Veluwezoom. Nu loopt er een kudde van 110 dieren op 4326 hectare. Van Dijk evalueerde de ontwikkelingen rond de kudde Hooglanders de afgelopen 25 jaar en onderzocht relaties tussen de conditie van de runderen, de populatiedynamiek, terreingebruik en het weer.
De runderen werden tussen 1996 en 2002 in de winter bijgevoerd, waardoor de kudde flink groeide. Het hoogtepunt was 250 runderen. Van landbouwminister Veerman mochten in 2002 eenmalig 150 dieren worden afgevoerd. Sindsdien wordt niet meer bijgevoerd. Van Dijk: ‘De populatie mag alleen nog veranderen door natuurlijke geboorte en sterfte. De kudde is nu veel stabieler en groeit gemiddeld met zes procent. Dat moet uitkomen op nul procent, en dat gebeurt denk ik binnenkort.’
Weersomstandigheden hebben geen invloed, de temperatuursom heeft dat wel. Het gras gaat groeien wanneer (gerekend vanaf 1 januari) de som van de dagtemperaturen 180 graden Celsius is. ‘Hoe eerder dat is, hoe beter voor de dieren’, legt Van Dijk uit. ‘Er is een significante relatie tussen de wintersterfte en de temperatuursom. Bij bijvoering ontbreekt die relatie, wat ook laat zien dat je dan het natuurlijke evenwicht verstoort, en dat is op lange termijn slecht voor de populatie.’
De conditiescore in september heeft geen verband met de wintersterfte. Van Dijk: ‘Je kunt niet van te voren voorspellen hoeveel en welke dieren er in de winter zullen sterven. Bij de Oostvaardersplassen speelde hierover een discussie. De sterftepiek ligt in maart en april. We grijpen dan in door dieren dood te schieten die voldoen aan criteria als apathisch gedrag in combinatie met een slechte conditie. Dit onderzoek onderbouwt het huidige begrazingsplan van de Vereniging Natuurmonumenten.’