Maar soms maken de medewerkers van het WNF graag een uitzondering. De veldwerkers weten veel van wilde dieren en worden ook wel eens te hulp geroepen bij een dier in nood.
Zo werd twee dierenartsen die in Kameroen onderzoek deden naar het gedrag van bosolifanten gevraagd om eens naar een babygorilla te kijken. Het dier was door stropers bij zijn moeder weg geroofd en voor dood achtergelaten in een nationaal park. Het aapje vertoonde ernstige uitdrogingsverschijnselen. Dankzij een infuus en antibiotica kon het diertje gered worden. Het gorillajong is nu opgenomen in een opvangcentrum voor verweesde gorilla’s.
Ook werden WNF-medewerkers gevraagd om een reddingsactie voor een tijger op touw te zetten. De tijger, uit een nabijgelegen nationaal park, was in een waterput terecht gekomen en kon ternauwernood het hoofd boven water houden. De WNF-medewerkers verdoofden het dier waarna het uit de put getakeld kon worden. De valpartij in de put had gelukkig geen verwondingen opgeleverd. De tijger kon direct weer naar het nationale park teruggebracht worden.
Overigens vallen in India vaker dieren in de waterputten en niet altijd kunnen ze gered worden. Het WNF laat putdeksels maken waarmee de lokale bevolking de putten kan afdekken.
Babygorilla en tijger gered
21januari2009
Het beschermen van de soortenrijkdom op aarde is een speerpunt van het Wereld Natuur Fonds (WNF). Uiteraard wordt daarbij meestal gewerkt voor groepen dieren of voor gebieden op aarde. De zorg voor een individueel dier is niet het eerste idee.
