Verhuizing

01september2010
Bron: burgerszoo.eu
Met enige regelmaat gaan dieren uit een dierentuin uit logeren bij een andere dierentuin. Vaak gebeurt dit in het kader van een fokprogramma. In de desbetreffende dierentuin zijn bijvoorbeeld geen mannetjes aanwezig of geen dieren met een gewenste genetische afkomst.
In Europa was nog niet eerder een haai uitgeleend voor een fokprogramma, maar in februari van dit jaar ging een luipaardhaaimannetje op transport van Burgers’ Zoo in Arnhem naar Zoo Hagenbeck in Hamburg. In Hamburg zwom een vrouwtje rond zonder luipaardhaaimannetje. Er werden overigens wel eieren gelegd. Deze vorm van voortplanting heet parthenogenese. De eieren zijn onbevrucht en er kunnen alleen vrouwtjes uit voortkomen.
Het Arnhemse luipaardmannetje werd aan de Hamburgse dierentuin uitgeleend omdat ze daar graag bevruchte eieren willen hebben. Dat die nog niet gezien zijn hoeft niets te betekenen. Vrouwelijke luipaardhaaien kunnen het sperma opslaan en tot een jaar na de laatste paring bevruchte eieren leggen.

In Arnhem leefde het luipaardhaaimannetje samen met een luipaardhaaivrouwtje. Toch waren daar nog nooit eieren gezien. Maar enkele maanden nadat het mannetje naar Hamburg vertrokken was, werden in Arnhem ook onbevruchte eieren gevonden. Eind juli werd het mannetje weer naar huis gebracht. Ook Burgers’ Zoo hoopt nu op jonge luipaardhaaitjes.

Het transport van de luipaardhaai is overigens nog niet zo eenvoudig. De ruim twee meter lange haai wordt in een speciale transporttank vervoerd. In de tank worden watertemperatuur, zuurstofconcentratie en zuurgraad van het water continue gemeten en waar nodig tijdens het transport aangepast. Met een draagbaar wordt de haai vanuit de transportbak in het aquarium gehezen, een duiker helpt de haai dan uit de draagbaar.