Witgezichtoeistiti's in het Apenhuis

09januari2013
Bron: artis.nl
Anderhalf jaar geleden (zomer 2011) werd na een grote restauratie het vernieuwde Apenhuis in Artis weer opengesteld voor publiek. Het Apenhuis is een Rijksmonument en dit werd tegelijk geopend met het vernieuwde Vogelhuis (een gemeentemonument).
In het Apenhuis en het Vogelhuis leven meer dan twintig verschillende diersoorten met elkaar in een ruimte die ingericht is als een tropische bos. Meer dan 300 planten- en bomensoorten vormen dit bos. De diersoorten die de bezoeker kan tegenkomen zijn dwergoeistiti’s, toepaia’s, potto’s, brilbladvleermuizen, leguanen, balispreeuwen, schildpadden, waldrapp ibissen, een luiaard en Alpenmarmotten.
Bezoekers lopen over een pad midden door het Apenhuis en de dieren kunnen zich vrij door de ruimte bewegen. Eén van de diersoorten die ook het Apenhuis bewoond zijn de witgezichtoeistiti’s (Callithrix geoffroyi). Deze kleine apensoort heeft nu als eerste zoogdiersoort in het Apenhuis voor jongen gezorgd. De twee jongen worden door de vader op de rug gedragen. Alleen wanneer de jongen gezoogd moeten worden brengt vader de jongen naar de moeder toe. Direct daarna neem t hij ze weer op de rug. Dit blijft hij vijf tot zes maanden doen.
De witgezichtoeistiti’s komen in het wild voor in Zuidoost Brazilië. De dieren zijn volledig aangepast aan een leven in de bomen. De witgezichtoeistiti eet vruchten, kleine gewervelde en ongewervelde dieren en gom, hars en boomsappen. Deze laatste producten zijn vinden op boomstammen, en komen te voorschijn wanneer de bast beschadigd is. Deze beschadigingen worden door de witgezichtoeistiti’s zelf veroorzaakt (knagen aan de bast) of door insecten. Doordat de witgezichtoeistiti’s ook gom kunnen eten, kunnen zij ook in periodes van voedselschaarste overleven.