De toekomstvisie van omgevingsverrijking

27september2006
Bron: Second nature, Environmental enrichment for captive animals. D.J. Sheperdson, et al, 1998
Er is de afgelopen 50 jaar veel vooruitgang geboekt wat betreft omgevingsverrijking. Er zijn echter nog steeds dierentuindieren die gestresst zijn en stereotiep gedrag vertonen.
De redenen dat dit probleem nog niet volledig opgelost is, is o.a. te wijten aan de hoge kosten die het opstarten en toepassen van een verrijkingsprogramma met zich mee brengt. Ook gaan te veel dierverzorgers nog steeds uit van hun eigen gevoel, in plaats van het verrijkingsprogramma te onderbouwen met wetenschappelijke onderzoeken. Terwijl juist de combinatie van persoonlijke kennis over het individuele dier en de wetenschappelijke kennis een optimale combinatie is. Toch is er zeker hoop voor omgevingsverrijking in de toekomst. Omgevingsverrijking is de afgelopen 20 jaar een van de belangrijkste onderdelen geworden in het management van dierverzorgers in dierentuinen. De volgende ontwikkelingen vinden er nu al plaats en zullen zich in de toekomst verder ontwikkelen:

In het verleden is er veel onderzoek gedaan naar het gedrag en de omgevingsverrijking van primaten. Primaten hebben baat bij een verbeterde omgeving, maar zijn hier zeker niet uniek in. Dierverzorgers zullen deze onderzoeken voor primaten omzetten in verrijkingsprogramma’s voor meerdere soorten dieren.

Door technologische ontwikkelingen zijn er steeds meer manieren om wilde dieren in hun natuurlijke omgeving te bestuderen. Wilde dieren kunnen bijvoorbeeld door satellieten of radio-telemetrie gevolgd en onderzocht worden. Helaas gaat deze vooruitgang ook gepaard met hoge kosten voor het onderzoek en een vermindering van natuurlijk leefgebied. Toch zal het in de toekomst belangrijk blijven zoveel mogelijk te weten te komen over het natuurlijke gedrag van dieren om een goed functionerend verrijkingsprogramma te ontwikkelen.

Laboratorium studies worden vaak heftig bekritiseerd door activisten van dierenrechten. Omdat alle omgevingsomstandigheden zelf bepaald kunnen worden zullen juist deze onderzoeken veel betekenen voor het bestrijden van stress en stereotiep gedrag van dieren in gevangenschap.

Om het meten van het psychologische welzijn objectief te maken zullen de methodes van waarmee het psychologische welzijn van dieren gemeten wordt verder ontwikkeld en verfijnd worden. Meetmethodes waarmee zowel naar het gedrag als naar de lichamelijke eigenschappen van dieren wordt gekeken zijn de meest belovende.

Voor onderzoeken geldt: een grotere onderzoekspopulatie betekent een betrouwbaardere uitkomst. In de toekomst zal er meer aandacht besteed worden aan het uitvoeren van dezelfde onderzoeken in meerdere dierentuinen tegelijk.

Dieren hebben andere zintuigen dan mensen. Er zal in de toekomst bij het ontwikkelen van een verblijf rekening gehouden worden met het feit dat dieren dingen wel of niet kunnen waarnemen wat bij ons anders is. Olifanten bijvoorbeeld communiceren met geluiden die niet hoorbaar zijn voor het menselijk oor. Bepaalde verwarmingsinstallaties kunnen geluiden produceren waar mensen niet van horen, maar olifanten storen in hun onderlinge communicatie.