Vee moet vaker voer krijgen

24oktober2006
Bron: G. van Maanen, WUR
Het Nederlandse veevoer is zeer uitgebalanceerd. Toch ziet hoogleraar Diervoeding prof. W. Hendriks mogelijkheden om winst te behalen. Zo dienen veehouders kalveren vaker te voeren.
Hoogleraar Hendriks opperde in een oratie een aantal mogelijkheden om het voeren van vee te verbeteren. Dit terwijl veehouders hun dieren al zeer uitgekiende rantsoenen geven, volgens de veronderstelling van velen. Krachtvoer is niet goedkoop, zodat veehouders nauwgezet toezien op een goede voederconversie. Het voer moet zo efficiënt mogelijk omgezet worden in gewenste producten zoals vlees, melk of eieren.

Hendriks signaleert dat het voedertijdstip niet optimaal aansluit bij de behoeften van het dier. ‘Het wordt steeds duidelijker dat het nutriëntengebruik door dieren binnen een etmaal sterk varieert. Het aanbieden van nutriënten op een tijdstip waarop een dier er geen behoefte aan heeft, leidt tot inefficiëntie.’ Het vee wordt ‘asynchroon’ gevoerd.

Bij vleesvarkens kan het uit de pas lopen van vraag en aanbod van aminozuren en glucose, een fikse daling in de eiwitaanzet tot gevolg hebben. Door het aantal voerbeurten van twee naar vier per dag te verhogen, kan de eiwitaanzet met tien procent toenemen, aldus Hendriks.

Volgens Hendriks valt er verder winst te behalen door beter te kijken of bepaalde aminozuren in het voer ook echt beschikbaar zijn voor de dieren. Een voorbeeld is het aminozuur lysine. Door hittebehandeling tijdens het productieproces verandert het aminozuur zodanig dat dieren het slecht kunnen verteren. Het heeft volgens hem daarom eigenlijk geen zin dat fabrikanten alleen het totale lysinegehalte op de verpakking vermelden.