Bange konijnen zorgen voor variatie in de natuur

21mei2007
Bron: wur.nl
Konijnen zoken naar voedsel het liefst zo dicht mogelijk in de buurt van hun hol. Pas bij echte voedselschaarste, wagen ze zich verder weg van hun veilige holen. Hierdoor creëren ze specifieke plekken in het ecosysteem waar planten gebruik van kunnen maken.
De laatste tijd wordt regelmatig door natuurbeheerders geroepen dat het konijn vervangen kan worden door grote grazers. Onderzoeker dr. Jasja Dekker van de Resource Ecology Group van Wageningen Universiteit zet hier echter zijn vraagtekens bij. Uit zijn promotieonderzoek blijkt namelijk dat konijnen patronen in ecosystemen creëren die niet ontstaan bij begrazing door grote grazers (runderen en paarden). Konijnen selecteren niet op kwaliteit, maar zijn gebonden aan hun burcht. Voor koeien is het om het even waar ze grazen, als er maar voldoende goed gras is. Maar het eetgedrag van een konijn wordt niet alleen door de kwaliteit van het gras bepaald. De veiligheid is doorslaggevend.
Omdat konijnen direct rondom de burcht intensiever grazen dan verderop en omdat de ene plantensoort beter tegen begrazing kan dan de andere, ontstaan er ruimtelijke patronen in de vegetatie. 'Konijnen maken specifieke niches zoals kale plekken waar pioniersoorten kunnen groeien', vertelt Dekker. 'Dat zie ik grote grazers nog niet doen.'
Koeien en paarden kunnen de konijnen wel helpen. In veel gebieden waar de dodelijke konijnenziektes al een tijdje zijn uitgewoed, treedt nauwelijks herstel op van de populatie. Grote grazers kunnen het tij keren. Dekker toonde aan dat een hoge dichtheid aan grote grazers in verruigde gebieden leidt tot meer kleine herbivoren zoals het konijn. 'Kleine grazers hebben last van veroudering van vegetatie. Grote grazers maaien het weer kort.' Jasja Dekker promoveerde bij prof. Herbert Prins, hoogleraar Resource Ecology.