Paddentrek

06februari2008
Bron: ivn.nl
Elk jaar tussen half februari en eind april trekken padden van hun overwinteringsplek naar het water waar ze zich voorplanten. Deze afstand kan oplopen tot enkele kilometers.
Vaak gaan de padden voor de paring terug naar hun eigen geboortewater en dat kunnen ze schijnbaar moeiteloos terugvinden. In Nederland is het met name de gewone pad die in het voorjaar migreert. Daarnaast zijn ook de bruine kikker en de watersalamander op trektocht. De dieren trekken vaak met duizenden tegelijk.
Voor mensen wordt deze trektocht het meest zichtbaar wanneer de trekroute een weg kruist. De amfibieën worden soms met tientallen of honderden doodgereden, waardoor de weg in een waar slagveld verandert. Vooral gewone padden en salamanders lopen veel risico met oversteken: padden omdat ze zich zo langzaam voortbewegen en soms minutenlang blijven stilzitten wanneer ze door een koplamp beschenen worden. En salamanders omdat ze niet zo opvallen en dus vaak niet gezien worden door automobilisten. Bruine kikkers bewegen zich sneller voort en bereiken dus vaker ongedeerd de overkant.
Op verschillende plaatsen in Nederland zijn vrijwilligers druk om de doende om de amfibieën te helpen bij de oversteek. Wegen worden afgerasterd, er worden tunnels aangelegd, padden worden in emmers opgevangen en overgezet of trekroutes worden omgeleid. Ook kunnen er waarschuwingsborden geplaatst worden, wegen kunnen tijdelijk afgesloten worden of de snelheid gematigd worden. Organisaties die onder andere deze hulpacties organiseren (en vaak vrijwilligers zoeken!) zijn onderandere de IVN, RAVON en KNNV.
Op de sites van deze organisaties is hierover meer informatie te vinden.