De zaadjes kunnen in de huid van dieren terecht komen en daar voor veel last zorgen. Het kruipertje (Hordeum murinum) wordt ook wel muizengerst genoemd. De plant bloeit van juni tot de herfst en komt zeer algemeen voor. Ze zijn te vinden in bermen, weilanden, duinen en bossen. Maar ook binnen de bebouwde kom groeien ze tussen straatstenen en stoeptegels en langs muren. De aren zien eruit al een verkleinde vorm van tarwearen. Ze hebben scherpe puntjes met weerhaakjes en blijven kleven aan kleding.
Bij dieren kunnen ze makkelijk aan de vacht blijven hangen, tussen de tenen terecht komen, in de neus, oren of ogen belanden of in een wondje. De zaadjes kunnen dan in de huid dringen en daar het dier jeuk bezorgen of tot ontstekingen leiden.
Wanneer de stukje aar op tijd gezien worden kunnen ze nog verwijderd worden met een pincet (uit bijvoorbeeld een oor of tussen de tenen uit), maar wanneer de stukjes aar te diep in de huid dringen moet de dierenarts erbij gehaald worden. Ook een binnnengedrongen aar in de neus moet door de dierenarts verwijderd worden.
Schudden met de kop, krabben aan neus of oren en niezen kan een aanwijzing zijn voor een binnengedrongen kruipertje.
Lastig kruipertje
23juli2008
In de zomermaanden kunnen honden en katten, maar ook andere dieren en mensen last hebben van het kruipertje. Dit is een grassoort die eruit ziet als een kleine, groene tarweaar.
