Nylgaus

03september2008
Bron: de Harpij
Sinds half augustus zijn er vier (twee tweelingen) jonge nylgaus te zien in Artis. De jongen lopen met hun moeders tussen de axisherten. De nylgau is een grote antilope soort die in India voorkomt.
Nylgau (Boselaphus tragocamelus) is Indisch voor ‘blauw rund’. Volwassen stieren hebben een blauwgrijze of bruingrijze vacht. Koeien, onvolwassen stieren en jonge dieren hebben een geelbruine vacht. Witte plekken zijn te zien op de wangen, op de kin, aan de onderzijde van de staart, de binnenzijde van de oren, op de lippen en rond de ogen. Ook zit er een witte ring boven de hoeven. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke dieren hebben korte manen.
Alleen de mannetjes hebben (korte) hoorns en deze hoorn wordt niet afgeworpen en blijft het hele jaar zitten. De schofthoogte van de dieren ligt tussen de 120 en 160 cm.

Nylgaus leven groepen op grassteppen met verspreide bomen en struiken. Een kudde bestaat meestal uit één volwassen bok met twee tot tien koeien. Oudere bokken leven ook wel solitair. In de paartijd bezet de bok een territorium dat afgebakend wordt met mesthopen. Deze mesthopen kunnen wel een meter in doorsnede worden. Om het territorium en het leiderschap over de koeien wordt gevochten door de bokken. Soms zijn dit meer rituele halsgevechten waarbij de hoorn weinig schade aan richten.
Na een draagtijd van 245 tot 250 dagen worden soms één maar meestal twee jongen geboren.

Het voedsel van de nylgau bestaat uit gras, bladeren en vruchten.
De belangrijkste natuurlijke vijand van de nylgau is de Bengaalse tijger.
In Texas (USA) is een groep nylgaus geïntroduceerd, deze verwilderde groep bestaat uit zo’n 37000 dieren.