Presentatie van voedsel bij vissen

07januari2009
Bron: The Waltham Book of Companion Animal Nutrition, Pergamon Press, 1993
Vissen gebruiken een heel arsenaal aan trucs om hun voedsel te vinden. Dit gebeurt bijvoorbeeld via geluid, geur, zicht, tast en via electro receptoren. Afhankelijk van de soort en van de natuurlijke habitat is het ene of andere systeem het meest belangrijk.
Meervallen hebben bijvoorbeeld baarddraden vlakbij de bek die ze gebruiken om via tast en chemische zintuigjes hun prooi te vinden. In het donkere en troebele water waarin de dieren van nature voorkomen is jagen op zicht niet zo nuttig. In een helder aquarium met grint op de bodem in plaats van modder zijn deze baarddraden minder belangrijk.
Kilivissen daarentegen zijn weer zeer afhankelijk van het visuele aspect hoewel de uiteindelijke voedselopname weer afhankelijk is van chemische receptoren.
Piranha’s zijn ook afhankelijk van hun visuele zintuigen, zij vermijden voedsel wat er net zo uit ziet als zijzelf.
Voor vissen zijn vorm, kleur en contrast belangrijke factoren in het localiseren en het aantrekkelijke vinden van voedsel. Er zijn zelfs aanwijzingen voor soort specifieke voorkeur voor kleuren. Het contrast tussen de kleur van het voedsel en de kleur van de achtergrond is een belangrijke factor om het voedsel te vinden.
Vissen die ’s nacht eten hebben uitgekiende systemen om zonder zicht voedsel te vinden. Deze vissen zijn overdag te kwetsbaar voor rovers. De vissen hebben zich erin gespecialiseerd om onder dekking van de nacht hun prooi zo dicht mogelijk te naderen.
Wanneer in een aquarium zowel dag- als nachtactieve vissen voorkomen moet er op gelet worden dat er niet alleen overdag voedsel beschikbaar is. Ook na het uitgaan van de verlichting moet dan nog wat gevoerd worden.

Veel siervissen worden nog in het wild gevangen. Deze vissen herkennen vlokken en pellets niet direct als voer. Voor de handelaren en houders van vissen kan het zinnig zijn om deze ‘wilde’ vissen in eerste instantie met levend voer te voeren, ondanks het grotere risico op ziektes met levend voer. Na enige aanpassing zullen ook de wilde vissen de vlokken als voer herkennen. Het kan ook helpen de nieuwe wilde vissen samen te huisvesten met ‘gedomesticeerde’ vissen. De nieuwe vissen leren van de andere vissen wat als voedsel te gebruiken.