Relatie placenta en draagtijd

11januari2012
Bron: scientias.nl
Er zijn enorme verschillen in draagtijden tussen zoogdieren. Deze verschillen kunnen voor een deel verklaard worden door de omvang van het dier. Uit onderzoek is nu gebleken dat de structuur van de placenta van doorslaggevend belang is voor de draagtijd.
De placenta speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van het jonge dier omdat deze de foetus van voedsel en zuurstof voorziet en afval verwijdert. De structuur van de placenta is echter zeer verschillend tussen diersoorten. Volgens de onderzoekers voorspelt de structuur hoe lang de draagtijd is. Hiervoor werden placenta’s van 109 zoogdieren vergeleken. Hoe complexer en geplooider de placenta, des te korter de draagtijd. Mogelijk kan via zo’n complexe placenta meer voeding naar het ontwikkelende jong gestuurd worden. Een dergelijke complexe placenta zien we bij muizen (draagtijd van drie weken), honden (twee maanden) en luipaarden (drie maanden).
Bij mensen en andere primaten wordt een veel eenvoudiger placenta gezien. Dit resulteerde in een langzamer groei en een langere draagtijd.
Bij mensen heeft de placenta vingerachtige takken met relatief weinig verbindingen tussen de weefsels van moeder en foetus. Bij de placenta van luipaarden vormt de placenta een complex web van verbindingen. Door deze veel grotere oppervlakte vindt er veel meer uitwisseling plaats tussen de verschillende weefsels.
De vorm van de placenta is zeker niet het enige wat de draagtijd bepaald, onderstrepen de onderzoekers. De grootte van het dier en het ontwikkelingsstadium van de jongen zijn ook heel belangrijk. Zo moeten antilopenjongen direct na de met de kudde mee kunnen rennen, terwijl veel diersoorten in een nest ter wereld komen en daar door de moeder nog lange tijd verzorgd worden.