Reuzengroei

11januari2012
Bron: nationalgeographic.com, foto: Mariluna
Door hoge gehaltes aan vetzuren in het bloed groeien het hart en andere organen van pythons na een copieuze maaltijd. Door de grotere organen en het grotere hart kan het dier toch in korte tijd een enorme maaltijd verwerken.
Pythons zijn onregelmatige eters. Periodes van vasten (soms wel maanden) worden afgewisseld met grote maaltijden. Na een flinke maaltijd kunnen de organen, waaronder het hart, in grootte toenemen, soms met wel 40 procent.
Bij de universiteit van Colorado (USA) werd hiernaar onderzoek gedaan. In 2005 werd gestart met twintig baby Burmese pythons, niet echt een standaard proefdier, volgens de onderzoekers. Aangezien alle organen groeiden, behalve de hersens werd al snel bedacht dat de te onderzoeken stof in het bloed moest zitten. Wanneer na een flinke maaltijd bloed werd geprikt bij de pythons, was dit bloed melkachtig van kleur. Dit bleek te komen door het hoge gehalte aan vetzuren in het bloed. Door fracties van het python bloed aan celkweken toe te voegen, bleken ook deze cellen te gaan groeien.
Diverse eliminatietests leiden ertoe dat het vetzuren zijn die voor de groei van de organen zorgen. Het is overigens verbazingwekkend dat de pythons niet ziek worden van de hele hoge gehaltes aan vetzuren in het bloed. Ondertussen is achterhaald dat het om een specifieke combinatie van drie vetzuren gaat die verantwoordelijk is voor de groei van hart en andere organen. Een mix van deze drie vetzuren liet het hart van een levende muis ook groeien, wanneer deze geïnjecteerd werd.
Het is overigens nog niet duidelijk hoe de vetzuren ervoor zorgen dat de organen groeien, net zo min als duidelijk is hoe het kan dat pythons geen hart- en vaatziektes krijgen ondanks de grote hoeveelheden vet in hun bloed.
Licentie foto: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0