De functie van de Krop

25november2005
Bron: C.T. Robbins, 1983 Wildlife feeding and nutrition
De functie van de slokdarm is voedsel van de mond naar de maag vervoeren. Bij vogels kan het voedsel wordt opgeslagen in een uittrekbaar gedeelte van de slokdarm (krop) waardoor de passage vertraging oploopt.
Onder andere futen, pinguins, meeuwen, uilen en spechten beschikken over een kropt. Normaal gesproken zit de krop aan de buikzijde ten opzichte van de wervelkolom, bij een aantal kolibries zit de krop echter aan de rugzijde. Functies van de krop kunnen zijn: zacht laten worden en wellen van harde voedseldelen, jongen voorzien van voedsel, en mogelijk de vertering op gang brengen.
De opslagcapaciteit van de krop maakt het de vogel mogelijk om meer voedsel te consumeren dan de maag in een keer efficiënt kan verteren. Daarmee wordt de frequentie van bezoek aan foerageergebieden beperkt. Voor kolibries is de opslagcapaciteit van de krop voor een groot deel bepalend voor hun levensstrategie. Dit is vanwege het hoge metabolisme van kolibries en het waterige nectar dat zij consumeren.
Bij verschillende vogels wordt voedsel opgebraakt uit de krop om jongen te voeden. (haviken, ooievaars, pinguïns, duiven en papegaaien)
De vertering in de krop is waarschijnlijk minimaal, aangezien er in de krop geen verteringssappen worden geproduceerd. Desondanks varieert de pH-waarde van de krop tussen 4,5 en 7,5 met een geschat gemiddelde van 6,0. De krop is daarom wel geschikt voor enzymen uit planten en microben, waardoor enige omzetting van voedingsstoffen op kan treden.