Norm bepalen

Als je een norm wilt bepalen moet je eerst weten wat de Weende-analyse is. In chapter 2 van het boekje staat de Weende-analyse uitgelegd. Hieronder zullen wij het met behulp van een schema en voorbeeld toelichten.

Als je in de dierenspeciaalzaak een zak voer uit het schap pakt, dan zul je zien dat er een hoeveelheid vocht vermeld staat. Dit kan variëren van 10 % – 90 %, afhankelijk van droog of blikvoer. Het vocht of water is puur water, dus hier zitten geen mineralen, vitaminen en eiwitten in. Om te bepalen wat er naast water precies in een voer zit moet je het water eruit halen, dit noem je het drogen van een voer. Na het drogen van een voer blijft er droge stof over. Als je dan vervolgens naar het lichaam van een dier of mens kijkt is dat opgebouwd uit as, eiwitten, vetten en overige stoffen. Het lichaam is opgebouwd uit spieren (eiwit), vet, botten (mineralen) en de rest bestaat uit overige stoffen (bv. vitaminen). Als je lichaam of voer opgebrand is dan blijft er as over. Een eiwit bevat een vast % stikstof en als je wilt berekenen hoeveel eiwit er in een voer zit dan kun je dat d.m.v. het stikstof gehalte meten. Vet daarentegen kun je direct uit het voedsel meten. Wat je over houdt in het voer zijn de overige koolhydraten. Dus met de Weende analyse kun je berekenen hoeveel er van elke nutriënt in het voer zit.