Minister breekt lans voor Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

De minister deed dat in een krantenartikel, waarbij de hoofdpunten waren:

Het landbouwbeleid van de EU bevordert afzet van kwalitatief goede levensmiddelen. Het beleid zorgt verder voor handhaving van economische activiteit op het platteland.

Boeren zorgen voor grote werkgelegenheid in de industrie en afzet. Zij houden tradities en cultuur, het platteland en het milieu in stand.

Veertig procent van het EU-budget wordt gebruikt voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Dat is niet zo duur als het lijkt, want landbouw en visserij zijn de enige sectoren waarvoor een volledig EU-beleid geldt. Andere sectoren krijgen hun geld uit nationale middelen. Vergelijking levert op, dat landbouw niet het meeste geld krijgt.

De EU is de grootste importeur ter wereld, ondanks de klacht dat zij de wereldhandel zou verstoren. Zij heeft overeenkomsten gesloten waardoor de 49 armste landen zonder invoerrechten in de EU kunnen invoeren. Daardoor is de EU de belangrijkste afzetmarkt voor ontwikkelingslanden.

Bij hervorming van de suikermarktordening is het mogelijk een regeling te treffen waarbij de armste landen een geprivilegieerde toegang blijven houden.

Het artikel eindigt met de woorden: “We kunnen niet leven met een landbouw zonder toekomst, want zonder landbouw is er geen toekomst”.