Voeding voor levendbarende tandkarpers

20december2006
Bron: Levendbarende tandkarpers, M. Kempkes, 1998, Tirion
De meeste levendbarende tandkarpers, zoals de gup (Poecilia reticulata), de zwaarddrager (Xiphophorus ssp.) en het platy (Xiphophorus ssp.) zijn alleseters. Met droogvoer zijn deze vissen redelijk lang in leven te houden. Door meer variatie in de voeding aan te brengen, kunnen deze vissen echter nog beter in hun behoeften worden voorzien.
(Droog)voeder op plantaardige basis is in ieder geval aan te raden. De behoefte aan plantaardig voer is bij de meeste levendbarende tandkarpers groter dan levend voer of ander voer van dierlijke oorsprong. Algen in het aquarium kunnen al een deel van deze behoefte dekken. Daarnaast kunnen stukjes komkommer, paprika of Spirulina-tabletten worden gevoerd.
Levend voer kan dienen voor gedragsverrijking. Bij levend voer valt te denken aan: pekelkreeftjes, cyclopskreeftjes, grindalwormpjes, micro-aaltjes, azijnaaltjes, fruitvliegjes, watervlooien en verschillende muggenlarven. Ook bij het opfokken van jongen kan levend voer heel waardevol zijn. Teveel ineens voeren is echter nooit goed. Het water wordt hierdoor snel vervuild. Beter is om een paar maal per dag een klein beetje voer te geven, dat binnen een paar minuten wordt opgegeten. Een dag vasten kan zeker geen kwaad, behalve voor zwangere vrouwtjes en jonge vissen die een hogere voedingsbehoefte hebben.