Voortplanting Hangbuikzwijn

Dekking

Op het hoogtepunt van de bronst laat de zeug de beer toe haar te bespringen, zij is dan berig en vertoont op een bepaald moment de stareflex. De stareflex kun je als eigenaar van het hangbuikzwijn zelf testen door met de vlakke hand op de achterkant van de zeug druk uit te oefenen: blijft ze gewoon staan, dan kun je ervan uitgaan dat de stareflex aanwezig is. Het is dan zelfs mogelijk om op de rug van de zeug te gaan zitten.

De paring duurt gemiddeld ongeveer 25 tot 30 minuten. Tijdens het voorspel zal de beer de stareflex testen en bij de zeug in de flank en tussen de achterpoten porren.
Daarna begint de gemeenschap die, in principe, ongeveer 10 minuten duurt.

Dracht

De dracht duurt 115 dagen. Verandering in karakter en uiterlijk, van het hangbuikzwijn, is snel te zien door een agressievere houding en natuurlijk een steeds dikker wordende buik. Tijdens de laatste week van de dracht worden de melkklieren dikker en kan zelfs in sommige gevallen melk uit de tepels vloeien.

De zeug wordt minder actief en zal wanneer er voldoende stro aanwezig is haar nest beginnen te maken om de bevalling voor te bereiden. Een week voor de bevalling dient het voedselrantsoen verminderd te worden, om het de zeug draaglijker te maken. Vers drinkwater moet steeds aanwezig zijn voor de zeug. Ze zal de komende tijd veel vocht verliezen, tijdens de bevalling en tijdens het zogen van de biggen.

Geboorte

Belangrijk is dat de zeug voor, tijdens en na de bevalling in een rustige omgeving kan vertoeven om extra stress te voorkomen. Het hok moet van voldoende vers stro voorzien zijn. Gedurende de hele worp zal de zeug blijven liggen in het stro. De weeën zijn dan duidelijk merkbaar, samengaande met een zware ademhaling.

Wanneer een big uitgedreven is komt de navelstreng vanzelf los en zoekt de big onmiddellijk een tepel op terwijl het vruchtvlies nog rond het lichaam hangt. Door het rondkruipen in het stro wordt dit vlies vanzelf verwijderd.

Normaal zal de zeug alles, zoals moederkoek en eventueel doodgeboren biggen, opeten, omdat ze haar hok schoon wil houden. Meestal worden de biggen per 2 geboren, de ene met het hoofd eerst, de andere met de achterpootjes eerst.

Zorg voor de jongen

De biggen zijn onmiddellijk na de worp zelfstandig en zoeken een tepel op om te gaan drinken. Terwijl de zeug de bevalling verder zet, piepen en kruipen de biggen rond en over haar heen. Ze hebben maar één doel: drinken en warmte zoeken. Wat ze dan ook continue doen.

De eerste tepel waaraan een big zuigt zal bijna altijd de tepel zijn waar deze aan blijft zuigen. Ook als er om een of andere reden geen melk meer uitkomt, het biggetje zal niet veranderen van tepel. Zelfs wanneer het biggetje hierdoor sterft. Het is belangrijk om te kijken of een biggetje niet snel begint te vermageren, bijvoederen met biggenmelk is dan de enige manier om het diertje te redden.

De biggen zijn gemiddeld rond 18 maanden volgroeid, echter dit is afhankelijk van ras tot ras (eigenlijk een beetje zoals met honden). Er zijn ook rassen die al rond 12 maanden volgroeid zijn, anderen pas na 24 maanden of zelfs nog later.